Initiatiefneemster & Hanna
Johanna ter Steege
Er zijn weinig Nederlandse actrices die zo’n internationale carrière hebben als Johanna ter Steege. In 1988 werd ze in Berlijn bekroond als ‘Best Actrice’ voor haar allereerste rol in de speelfilm Spoorloos. Daarna volgden er vele internationale films en filmprijzen. Na de zomer verschijnt de speelfilm ‘De Beentjes van Sint Hildegard’ samen met Herman Finkers, in het Twents gesproken. Ook is ze jaarlijks te zien in de Nederlandse theaters met stukken als ‘De Vader’ en ‘Terror’. In december 2018 is ze gestart met de voorstelling ‘De Waarheid’, een komische tragedie, samen met Huub Stapel in de hoofdrol. Nu zet ze zich in voor ‘Hanna van Hendrik’, een idee van haarzelf.
Kun jij je nog voor de geest halen toen je voor het eerst dacht: die familiesage moet er komen?
Als kind dacht ik al: waarom gaan de dingen zoals ze gaan? Een aantal zaken begreep ik echt niet. Die gingen altijd over goed en kwaad. Enerzijds was er de oprechte levensinstelling van mijn ouders, het harde werken, de familie, mijn opa en oma, hun liefde. Anderzijds was er de aanwezigheid van het geloof, dat hun kracht gaf en dat tegelijkertijd bepalend was voor de manier van denken en het nemen van beslissingen, waar geen ruimte leek te zijn voor twijfel. Ik kon dat niet rijmen. De oprechtheid en de liefde in ons gezin kon ik niet rijmen met de dogma’s van het geloof. Dat is mij altijd blijven intrigeren. Tijdens mijn carrière hebben mensen mij vaak gevraagd of ik zelf eens iets wilde maken of regisseren. Ik antwoordde altijd: nu niet. Dat gaat ooit wel komen, als de tijd rijp is.
Dat moment bleek te zijn gekomen op mijn vijfenvijftigste verjaardag. Er waren ruim honderd mensen op mijn verjaardagsfeest en ik zou iets zeggen tegen de gasten. Ik was al aan het speechen toen ik zag dat mijn vader niet in zijn stoel zat. Ik schrok ervan en vroeg in het Twents aan mijn familie: ‘Woer is papa noe. Hij zat daar toch?’ Het bleek dat hij naar de wc was. Het duurde even voordat hij terug kwam. Toen hij er weer was, zei ik: ‘O, gelukkig, doar bi’j’. En vanaf dat moment ben ik doorgegaan in het dialect. In eerste instantie had ik dat helemaal niet in de gaten.
Mensen moesten erom lachen. Die serieus bedoelde speech kreeg iets komisch. Het heeft te maken met de Twentse taal, het ritme, de klank en de droge humor. Ik ging over vroeger vertellen, verhalen over mijn opa en oma, de boerderij, mijn broers en zus, mijn jeugdervaringen.
Toen mijn toespraak voorbij was, zeiden verschillende mensen dat ik daarmee iets moest doen in het theater. op dat moment is het idee voor ‘Hanna van Hendrik’ geboren. Dat feest gaf dus eigenlijk de doorslag. Ik wist was ik wilde gaan maken: een familiesaga gebaseerd op waar ik vandaan kom. Daar liggen zoveel verhalen. Ik hou van het Twents en ben trots op mijn afkomst.
Waarom heb je Liesbeth Coltof gevraagd om de regie op zich te nemen?
Liesbeth ken ik al vanaf mijn achttiende. Ik zat op de opleiding Docent Drama en liep bij haar toneelgezelschap Lijn 9 stage. Daarna hebben we nooit meer met elkaar gewerkt. Ze maakt voorstellingen die artistiek een hoge kwaliteit hebben met een maatschappelijke betrokkenheid. Voorstellingen die humoristisch zijn, die tegelijkertijd diep kunnen raken en die toegankelijk zijn voor een heel breed publiek. Ik had altijd de wens om nog eens met haar te werken.
Waarom noem je het een familiesaga?
Het verhaal volgt het wel en wee van een Twentse familie gedurende generaties. Het verleden, het heden en de toekomst worden zichtbaar, hoe mensen zich bewegen in de tijd. Mijn inspiratie haal ik uit het boerenleven van mijn opa en oma, mijn vader en moeder, mijn broers en zus en mijzelf en dat alles in een veranderende tijd.